Het zal je vast bekend voorkomen: je kind zit volledig verzonken in een game, hoofdtelefoon op, vingers razendsnel over de knoppen. Misschien roep je hem of haar voor het eten, maar je krijgt geen reactie. Of je kind belooft 'na dit potje' écht te stoppen, maar een uur later zit hij of zij nog steeds achter de laptop. Irritant? Misschien. Zorgelijk? Dat hangt ervan af.
Gamen en neurodivergentie: hoe vind je de balans?

Voor veel neurodivergente kinderen – denk aan hoogbegaafdheid, ADHD, autisme of andere neurologische variaties – is gamen vaak méér dan alleen een spelletje. Het is een manier om te ontspannen, sociale interacties aan te gaan, zichzelf uit te dagen en zelfs emoties te reguleren. Maar het kan ook uitmonden in overprikkeling, frustratie en afhankelijkheid. Hoe vinden we die balans?
Inzichten uit het Dig@ble-onderzoek
Recentelijk nam ik deel aan het webinar ‘Praten over gamegedrag met je kind‘, georganiseerd door Balans, vereniging voor ouders. Tijdens dit webinar deelde Rogier de Groot, verbonden aan het Lectoraat LVB en risicovol gedrag van Hogeschool Leiden, waardevolle inzichten over gamen en neurodivergente kinderen. Dit webinar maakt deel uit van het bredere Dig@ble-onderzoek, dat zich richt op de behoeften en capaciteiten van neurodivergente kinderen en jongeren in hun digitale leven.
Veel ouders denken bij gamen aan bloederige schietspellen of Fortnite-achtige games, terwijl er ook educatieve en creatieve games bestaan (denk aan Minecraft, Civilization VII, Animal Crossing en Overcooked!)die de ontwikkeling van vaardigheden zoals probleemoplossend denken, samenwerking en creativiteit kunnen bevorderen. De effecten van gamen variëren sterk, afhankelijk van het type game en hoe lang en op welke manier het gespeeld wordt. Het is belangrijk om te kijken naar de inhoud en het doel van het spel, aangezien deze factoren invloed hebben op de impact op de speler.
Waarom is gamen zo aantrekkelijk?
De meeste games zijn ontworpen om je brein aan het werk te zetten en ook om je geboeid te houden. Denk aan beloningsmechanismen, verhaallijnen en sociale connecties. Voor neurodivergente kinderen zijn er nog extra redenen waarom games zo’n sterke aantrekkingskracht hebben:
- Duidelijke regels en voorspelbaarheid: de fysieke wereld kan chaotisch en vol ongeschreven regels zijn. Games zijn overzichtelijk. Er zijn missies, doelen en een duidelijke structuur. Dat voelt veilig.
- Hyperfocus: kinderen met een ADHD-brein kunnen zich in het dagelijks leven vaak moeilijk concentreren. Games bieden een setting waar ze volledig in op kunnen gaan. Dit wordt ook wel hyperfocus genoemd: totale concentratie zonder afleiding.
- Digitale sociale interactie: voor sommige kinderen met autisme is het makkelijker om via een game contact te maken. Ze hoeven dan niet te worstelen met lichaamstaal of direct oogcontact, maar kunnen toch samenwerken en vriendschappen opbouwen.
- Zintuiglijke prikkels: de snelle beelden, felle kleuren en geluidseffecten kunnen stimulerend werken. Dat kan prettig zijn voor kinderen die juist extra prikkels nodig hebben om alert te blijven, maar kan ook leiden tot overprikkeling.
Creatief hoogbegaafde kinderen denken vaak associatief, houden van complexiteit en zoeken intellectuele uitdaging. Games met open werelden, sandbox-elementen (zoals Minecraft of Roblox) en puzzel-/strategie-elementen kunnen voor hen extra aantrekkelijk zijn. Tegelijkertijd kan het repetitieve karakter van sommige games juist verveling oproepen, waardoor ze snel wisselen tussen spellen of juist in een flow blijven hangen. Het wordt een valkuil als ze moeilijk afwisseling vinden in andere activiteiten.
Wanneer wordt gamen een probleem?
Er is een verschil tussen ‘veel gamen’ en ‘problematisch gamen’. Een paar signalen dat het de verkeerde kant op gaat:
- Je kind raakt geïrriteerd of zelfs agressief als het moet stoppen.
- Andere activiteiten – school, hobby’s, buitenspelen – worden steeds meer verwaarloosd.
- Gamen wordt een manier om negatieve emoties te vermijden in plaats van ze te verwerken.
- Je kind slaapt slecht, omdat het tot diep in de nacht blijft spelen.
Dit betekent niet per se dat gamen moet worden verboden. Het betekent wél dat er begeleiding nodig is om een gezonde balans te vinden.
De voordelen van gamen: het is niet alleen maar slecht!
We hebben vaak de neiging om gamen vooral als een risico te zien, maar laten we ook de voordelen niet vergeten. Uit onderzoek van de Universiteit van Amsterdam blijkt zelfs dat gamen je slimmer kan maken! Spelen is essentieel voor de ontwikkeling van kinderen en dat geldt ook voor digitaal spelen. Dit heeft positieve effecten op verschillende gebieden:
- Verbetering van probleemoplossend denken: veel games vereisen strategisch nadenken, plannen en flexibel omgaan met nieuwe situaties.
- Werkgeheugen: het onthouden van strategieën en spelregels versterkt cognitieve vaardigheden.
- Ruimtelijk inzicht: denk aan navigeren in complexe spelwerelden en driedimensionaal denken.
- Sociale interactie en leren samenwerken: multiplayer-games leren kinderen samenwerken en communiceren met anderen.
- Oog-handcoördinatie: door te gamen train je snelle te reageren en precieze bewegingen te maken.
- Reactievermogen: gamers leren razendsnel inspelen op veranderingen.
- Creativiteit: in sommige games kunnen kinderen hun eigen werelden bouwen en hun fantasie de vrije loop laten.
- Emotieregulatie: voor sommige kinderen werkt gamen als een manier om even te ontsnappen aan een volle dag vol prikkels.
- Geduld: sommige spellen vragen om lange termijn planning en strategisch denken.
- Ontwikkeling van lees- en redeneervaardigheden: complexe verhaallijnen en puzzels in games kunnen deze vaardigheden stimuleren.
- Engels: veel games zijn Engelstalig, waardoor kinderen spelenderwijs hun taalvaardigheid verbeteren.
- Doorzettingsvermogen: veel games belonen volharding en het blijven proberen na een mislukking.
Dus, in plaats van te zeggen: ‘Stop met gamen!’, is het interessanter om te vragen: ‘Wat haal je eruit? Wat leer je ervan?’
Hoe help je jouw kind om een gezonde balans te vinden?
Dat is natuurlijk het toverwoord: balans! Maar hoe help je nu je kind een gezonde balans te vinden? Het begint met open communicatie. Enkele tips die we kregen van Rogier:
- Speel mee: je hoeft geen pro-gamer te worden, maar laat je kind je uitleggen waarom een game zo leuk is. Toon interesse! Dit geeft inzicht in hun digitale wereld en opent het gesprek.
- Stel samen regels op: maak afspraken over schermtijd, maar geef je kind inspraak. Bijvoorbeeld: ‘Na een uur gamen, eerst iets anders doen.’
- Praat over hoe games werken: veel games gebruiken technieken om spelers langer vast te houden, zoals beloningen en tijdsdruk. Als je kind zich hier bewust van is, kan het er beter mee omgaan.
- Maak slim gebruikt van beschikbare technologie: ouderlijk toezicht en schermtijdbeheer, meldingen voor pauzes of limieten kunnen helpen zonder dat je constant hoeft te controleren of grenzen moet stellen.
- Blijf in gesprek: gamen verbieden werkt vaak averechts. Stel open vragen: ‘Wat vind je het leukste aan deze game?’, ‘Merk je dat het lastig is om te stoppen?’
Ervaringen uit de focus-groep
Tijdens de focusgroep, onderdeel van het Dig@ble-onderzoek, deelden ouders hun ervaringen met het digitale gedrag van hun neurodivergente kinderen. Een opvallende observatie was dat deze kinderen vaak videogames of snelle, oppervlakkige online content gebruiken om te ontprikkelen na een drukke schooldag. Echter, ze reageren ook extra gevoelig op online prikkels. De digitale wereld biedt hen een veilige haven, maar brengt ook uitdagingen met zich mee. Dit onderstreept de noodzaak om opvoeders beter te ondersteunen in het begeleiden van hun kinderen in deze digitale omgeving.
Volg het onderzoek
Persoonlijk zou ik het als ouder fijn vinden als er vanuit wetenschappelijk onderzoek meer richtlijnen komen waar ouders op kunnen terugvallen. Op het schoolplein en online vind je zoveel verschillende meningen, maar wat is nu waar? En wat werkt voor jouw neurodivergente kind die toch op een andere manier prikkels verwerkt? Ik ben dus heel benieuwd naar de bevindingen van Rogier en zijn team van Dig@ble. Jij ook? Houd dan de website van het Lectoraat LVB en risicovol gedrag van Hogeschool Leiden in de gaten voor updates en publicaties.
Bronnen:
- Webinar ‘Praten over gamegedrag met je kind’ & Focusgroep – HSLeiden.nl
- ADHD, autisme en gamen – GAMENinfo.nl
- Schermtijd en de impact op kinderen – Internet Matters
- Wat is gezond gamegedrag? – Mediawijsheid.nl
- Welke apps, websites, games en series zijn geschikt voor mijn kind? – Nederlands Jeugdinstituut